Lea Nieuwhof

beeldend kunstenaar

Hand made

‘This is a memorial to all the anonymous craftsmen that over the centuries have fashioned the manmade wonders of the world. The craftsman’s anonymity I find especially resonant in an age of the celebrity artist.’ 

Een zeilschip is volgeladen met replica’s en afbeeldingen van de kunstschatten uit wereldculturen, die in het Britisch Museum te vinden zijn. Bovenop de kajuit ligt als voorbeeld van het vroegste menselijke handwerk een vuurstenen bijl. Een reliëf met een tandenborstel, messen en kleiwerktuigen op een zijkant herinnert aan de werktuigen die een archeoloog of ambachtsman nodig heeft. Aan de masten hangen antiek ogende glazen flesjes en glazen amfora’s. Ondanks de schaarse belichting zijn veel afbeeldingen te herkennen zoals een idool van de cycladen, Griekse en Romeinse beelden en stelae, Chinese en Azteekse reliëfs. Met het reliëf van de motorfiets op de kajuit, de kunst van het motoronderhoud, wordt de gedreven hedendaagse ambachtsman erbij betrokken. 

 

Virtuoze handen

Het Nieuwe Ambacht, de noemer waaronder werk getoond wordt van hedendaagse ontwerpers, vormt het hart van de expositie. Telkens wordt een verband gelegd tussen de ideeën van ontwerpers en de traditie van het ambacht. Ontwerpers zoeken naar manieren om traditionele technieken te combineren met moderne technologie en materialen. De 'Knotted Chair' van Marcel Wanders is een schoolvoorbeeld hiervan door de combinatie van geavanceerde technologie met de als huisvlijt bekend staande knooptechniek macramé. Zoeken naar nieuwe mogelijkheden binnen bestaande technieken kan ook bijzondere producten opleveren. Klein, heel precies en delicaat zijn de zeewezentjes van glas, die Blaschka & Sohn maakten. Uit het werk spreekt een grote liefde voor het omgaan met glas en voor de vormen, die zij in de zee ontdekten. In het zoeken naar de uiterste grenzen van materiaal en van zijn vaardigheden wordt de maker soms een alchemist. Onder zijn handen verandert de materie. Virtuoos is de houten strik, waarbij het materiaal de zachte en verfijnde uitstraling van kant heeft. 

 

Veel van de aanwezige ambachtelijk gemaakte voorwerpen hebben een gebruiksfunctie. Er is kleding, er zijn tapijten, meubels, schalen, glazen, keramische gebruiksgoed en wapentuig. Wanneer er erg veel aandacht besteedt wordt aan de vormgeving en versiering wordt het een pronkstuk. Iets om alleen maar naar te kijken en te bewonderen. De 'Dust Collectors' van Sebastiaan Straatsma zijn gebaseerd op de pronkvazen boven op de kast van zijn vader. Opgebouwd uit gekleurde epoxy draden en lijnen laten ze een kritische en fantasievolle blik zien op de wereld. 

 

Ambacht en kunst hebben soms een moeizame verhouding. Het ambachtelijke kunnen maakte men zich eigen door een langzaam en geduldig leren van traditionele, overgeleverde technieken onder leiding van een meester. Respect voor materiaal en gereedschap is belangrijk. En zoals Grayson Perry al zegt, de bescheiden anonimiteit van de ambachtsman is niet waar hedendaagse kunstenaars naar streven. Voor de ambachtsman liggen motieven en patronen vaak vast.  Ook zonder eigen verbeelding kan een goed werkstuk gemaakt worden. Bij een te grote nadruk enkel op de praktische vaardigheden kunnen producten echter zielloos worden. Peter Voulkos ziet zichzelf als kunstenaar en beeldhouwer in plaats van keramist. Zijn schaal heeft gaten. De gebruiksfunctie is niet het belangrijkst. De vorm is scheef en als misbaksel uniek. De decoratie spontaan en los. Hij vraagt aandacht voor zeggingskracht van het materiaal. Prachtig zijn de geduldig gemaakte jurken van Iris van Herpen. Zij verwerkt zilver en metaal in de stof en plooit en vormt het materiaal tot complexe rijke sculpturen. Naast puur handwerk gebruikt zij een 3D printer om diverse onderdelen voor haar kleding te maken. 

 

Ambachtelijkheid en eerlijkheid zijn een veelgebruikte slagzin in allerlei reclames. Onze werkelijke productieprocessen zijn echter meestal onoverzichtelijk. De herkomst van grondstoffen, de manier waarop een voorwerp of artikel gemaakt wordt en het gezicht en de werkelijkheid van de maker zijn onbekend. Christien Meindertsma maakt in haar werk de hele productielijn zichtbaar. (woordherhaling, veel 'produkt') De herkomst van grondstoffen en materialen, de diverse bewerkingen en de leveranciers van onderdelen worden in het eindproduct duidelijk zichtbaar verwerkt. Zij toont truien die gebreid zijn van de wol van een enkel schaap. In de zoom van de trui is de code waaronder het schaap bekend is, verwerkt. Bij aankoop worden een foto en gegevens van het schaap geleverd. Maarten Baas maakt je bewust van de eigenschappen en kwaliteiten die wij aan materiaal toekennen. Zijn mooie houten stoel is een kopie van de plastic Hartman stoelen die bij Blokker verkocht worden. Niet alleen materiaal, maar ook context en juiste entourage beïnvloeden onze mening. Hoe mooi vinden we de zwarte vazen met klassieke vormen van Gerd Rohling als we weten dat ze gemaakt zijn van rubberen wc-borstels. 

 

Veel vaardigheden en kennis verdwijnen. Niet alleen het Nederlandse Hindelooper schilderwerk, of het manden vlechten, maar ook eenvoudige huisvlijt als haken. In samenwerking met ontwerpers en kunstenaars wordt geprobeerd deze technieken nieuw leven in te blazen. Op de hele tentoonstelling zijn hiervan voorbeelden te zien. 

 

Hand Made - lang leve het ambacht, t/m 20 mei 2013, Museum Boijmans Van Beuningen, Museumpark 18-20, Rotterdam. Website: www.boijmans.nl.

 

 

Akkermania in de kunsthal

Beetje bang dat hij geen orde kan houden.
Pas door de herhaling en de hoeveelheid krijgen de portretten kracht en mysterie. Door zich in zijn keuze voor een gegeven tot in het extreme te beperken, heeft Akkerman een grote schildertechnische vaardigheid ontwikkeld. Ook met vormgeving, met stijl, met abstractie en herkenbaarheid speelt hij voortdurend. De houding van het hoofd verandert niet zo vaak. Half afgewend meestal, alleen de kop en een stukje hals, bijna chagrijnig kijkend. Het in 2011 geschilderde grijzige hoofd lijkt op een Japanse samoerai. Er loopt een beheerst maar los neergezette rode cirkelvormige veeg dwars door het gezicht. Verf en vorm ademen gemak. Vreemd dat iemand in deze tijd, waarin beelden oneindig gekopieerd worden, overtuigt door een enkel gegeven te herhalen. Is ons vermogen om aandacht te geven zo klein geworden, dat we alleen maar iets kunnen zien als we het keer op keer bekijken.

Kijken naar jezelf
"Wat een egoïst, hij ziet alleen zichzelf," riep een bezoekster bij een eerste blik in de zaal en ze draaide zich om en vertrok.
Maar wie is dat, je zelf?
Een persoon heeft voor iedereen een ander gezicht en ook zichzelf ervaart hij/zij in allerlei gedaantes en rollen. In de onbestendigheid die kan ontstaan door de wisselwerking tussen omgeving en individu zijn keuzes die iemand maakt en de beperking die iemand zichzelf oplegt, een kompas in zijn leven. Alle portretten lijken zich te bewegen rond een donkere onbekende kern. "Ik herkende hem niet toen ik hem in het echt zag," schrijft een verzamelaar.
 
Schilders maken om verschillende redenen zelfportretten. Ze zijn hun eigen schildersmodel en een studieobject, dat altijd aanwezig is. Een persoon, die niet overal doorheen kletst en begrijpt wat er gevraagd wordt. Door middel van hoofddeksels, pruiken en brillen speelt Akkerman met verschillende identiteiten. Hij plaats zichzelf met enige ironie tussen grote schilders in gotiek en renaissance. Hij gebruikt niet alleen hun techniek, maar schildert zichzelf soms ook met hoofddeksel en kleding uit die tijd als mislukte paus of kardinaal.
Met een hoge hoed lijkt hij wel de 'Mad Hatter' uit 'Alice in Wonderland'. Ook 'Jan met de pet' is op allerlei manieren vertegenwoordigd. Zijn blik is een constante factor in het verkleedspel. Weggedoken in de capuchon van een 'hoody', blijft hij te veel zichzelf om de anonimiteit van een straatjongen uit te kunnen stralen. Maar alle variaties houden de aandacht van de toeschouwer vast. Een belangrijke factor in het spel.
Philip Akkerman, 'no. 20', 1982, olieverf op paneel, 40 x 35 cm, particuliere collectie.   
Behalve zijn eigen identiteit onderzoekt hij de mogelijkheden van het oog in de schilderkunst. De schilder leert kijken. Zoveel verschil in de kleur van de huid, in de contrasten tussen licht en donker, in gelaagdheid en transparante of opake delen. Zoveel manieren waarop het licht valt en de vorm zichtbaar maakt. Zoveel stemmingen die door de grondtonen en kleuren van een doek opgeroepen worden. Op de expositie laat hij in een aantal paneeltjes de basisstappen van zijn techniek zien. Techniek en vormgeving wordt op allerlei manieren uitgediept in het gebruik van gekleurde gronden, withogingen, vernissen, experimenten met kleurlagen en het handschrift van de schilder.
Wanneer herken je een afbeelding als jezelf? Moet het lijken, herkenbaar zijn? Ben ik mijn lichaam of mijn gevoelens, gedachten? Ben ik mijn stemmingen, mijn gemoedstoestanden? In welke geest maak je een schilderij? Serieus of vol grappen en grollen? Wanneer heeft een schilderij kwaliteit? Hoe vinden wij dat een portret eruit moet zien? Wat zie ik? Kijkend naar zichzelf, onderzoekt hij deze vragen. De kleur en de vorm wijken af van de werkelijkheid. Verhoudingen worden volledig door elkaar gegooid. Ogen worden groter en roder en puilen uit, oren verzakken, de neus krimpt tot een piepkleine vorm. Een wang wordt een klodder verf. Soms verdwijnt de afbeelding bijna achter horizontale streken verf.

Tijd en jezelf
Onze beperkte tijd en onze eindigheid zijn grote aanjagers bij ons handelen. Philip Akkerman dwingt de tijd in zijn voordeel te laten werken. Alleen al het kijken naar het verstrijken van de tijd in zijn gezicht is boeiend. De concentratie op een enkel onderwerp maakt een efficiënt gebruik van zijn energie mogelijk en geeft diepte aan zijn opgedane ervaring. Ooit begonnen omdat hij niets anders wist, is het herhalen van het thema zijn kracht geworden.
In zijn jeugdige portretten is het verfgebruik zeker zo belangrijk als de voorstelling. Ze zijn vlot en direct geschilderd met een pasteuze verfstreek. Het ritme van de streek en de opwinding van het maken overheersen. Vanaf 1985 gebruikt hij een schildertechniek gebaseerd op die van de oude meesters waarbij onderschilderingen, een verdeling in lichte en donkere partijen, tempera of olieverf een grote beheersing van de vorm en voorstelling mogelijk maakt. Het formaat van de drager wordt beperkt. De hardere lijnen geven aan zijn schilderijen helderheid en beslistheid.
In de loop van de tijd kunnen we ook de ontwikkeling van zijn schildertechniek volgen. Technische perfectie zien we in het gladde glanzende oppervlak van de paneeltjes. Technische perfectie is saai en doods. Maar zijn schilderijen blijven ergens een beetje knellen. Ze hebben een bepaalde hardnekkig terugkerende lelijkheid. Al strepen we systematisch alle problemen af in onze jacht naar het moment dat alles in een schilderij in evenwicht is, het laat zich niet dwingen.      
Lichamelijk ouder worden is zichtbaar in de plooien en rimpels die hij vol overgave zo plastisch mogelijk weergeeft. Er wordt een serie getoond waarin hij inzoomt op de vaste herkenningspunten van een gezicht, wangplooien en rimpels, de verzakkingen in de oogleden, neus, ogen, mond, de vouwen langs de mondhoeken, en deze met kleine variaties in het vierkante beeldvlak plaatst. Hij lijkt op een vermoeide, opgeblazen grijs-roze cherubijn. De beperking tot het kenmerkende delen van het gezicht roept de abstracte koppen die Alexej Jawlensky aan het einde van zijn leven met wat losse strepen en toetsen kleur schilderde in herinnering. Maar wat een verschil in emotie en beleving. De schilderijen zingen niet. Ze ontroeren niet.
Het talent van Akkerman ligt in het systematische onderzoek en het stellen van vragen. In alles wat hij doet, overheerst de rede en de beheersing. Hij valt niet ten prooi aan wanhoop of aan een gevoel van onvermogen. Hij onderzoekt, hij accepteert, hij speelt. Een eenling die de zaken op orde houdt in zijn eigen heelal.

 

Beutener buiten beeld

Tegelijk vormt de lijn het naar buiten stekend licht vangende randje in een muur. De lijn verbindt twee bruingrijze vlakken aan de rand van het schilderij met elkaar. Zien we een vaasvorm met brede voet, smalle steel en een naar boven toe breed uitlopende kelk of zien we twee ellebogen, leunend op een glanzende grijze tafel en een deel van de rompen van twee in pak gestoken heren? Tussen hen in een stukje wit van een vel papier.Aan de ene kant steekt een pochet uit de borstzak en zien we nog net de witte manchet met een gouden knoopje. Aan de andere kant zien we het witte gat dat ontstaat tussen de gebogen elleboog en een stuk van de romp en 4 knopen op de manchet. Met een strakke schaduwlijn worden de revers aangegeven. De draden van het grof geweven doek zijn zichtbaar onder de strakke verflaag op de jasjes en maken hun stoffelijkheid voelbaar. Alleen bij de arm, vooral rond schouder en ellebogen spannen plooien rond een menselijke vorm. Het schilderij is bijna alleen uit gedempte tinten opgebouwd. Wat gebeurt er? Zien we momentopname uit een vergadering, wordt er een conflict uitgevochten of een wordt er een belangrijk contract opgesteld? Zo precies als lijnen en plooien omschreven zijn, zo open voor meerdere interpretaties is de afbeelding.
Een aantal kenmerken van de schilder Beutener zijn in dit schilderij aanwezig. Vormen en lijnen maken deel uit van de voorstelling en roepen tegelijk spanning op door hun plaats ten opzichte van elkaar en het vlak. Het realisme wordt abstract. Meer dan de dingen zelf is de lege ruimte er tussen van belang. Een situatie wordt betrapt terwijl de deelnemende objecten en personen naar alle kanten verdwijnen en zich van het doek verwijderen. Intens wordt gekeken naar die leegte. In een aantal schilderijen gaat alle aandacht naar de stoffelijkheid van die leegte. Sporen van gebruik en slijtage, een warme tekening in hout worden heel precies en realistisch en toch ook een beetje vaag weergegeven. In andere doeken krijgt de kleur en de manier waarop een vlak geschilderd wordt in die leegte een belangrijke rol. Het kleurvlak wordt geduldig opgebouwd uit verschillende met penseel en paletmes geschilderde lagen. Door de nuances en kleurvariaties die bestaan uit warme en koude tinten, lichtere en donkerder kleuren en  de matte verfhuid ontstaat een heel stille en rustige atmosfeer. Een enkele keer is de kleur zo sterk dat zomerwarmte of een sterke emotie voelbaar worden. Het licht is altijd aanwezig. Koel, noordelijk beschrijft het tot in de details hoe een deurhendel eruit ziet, hoe leer kreukt en glanst, hoe scherp een mes is . Zachter en warmer zuidelijk licht lost de objecten op in kleurvlekken  en verzacht de lijnen. De blonde krullende haartjes op een onderbeen maken de warme zomer voelbaar. Lichtplekken en slagschaduwen versterken een gevoel van ruimte en  tastbaarheid.