Lea Nieuwhof

beeldend kunstenaar

De Cellules van Absalon

Door de  lange horizontale gaten kijk je uit op delen van de tentoonstelling van Absalon in museum Boijmans van Beuningen.  Je ziet in de verte een veld vol met meters grote witte stereometrische vormen. Vlakbij is een kleine tafel met doosjes. In de hoek van de zaal staan een paar simpele stoeltjes en er hangt wat tekenwerk aan de muur. Verspreid door de ruimte staan nog een paar andere witte vormen. Deze cilindervormige toren van waaruit je alles kan bekijken, is Cellule no.5 Een uit hout, plaatmateriaal en verf opgebouwd prototype van een leefeenheid. Het was de bedoeling dat deze Cellule neergezet werd in Frankfurt en daar bewoond zou worden door zijn maker Absalon. De vorm en de manier waarop men zich boven kan terugtrekken herinnert aan de ronde torens van monniken in Ierland of boomhutten. Hoog en beschut heb je uitzicht op alles wat er om je heen gebeurt.


Cellules, propositions d’habitation.


De Cellules zijn onderdeel van het laatste project van Absalon en de eindfase van een ontwikkeling die circa 1988 begon. Hij maakte een soort cellen, wooneenheden voor zes wereldsteden, namelijk Tel Aviv, Parijs, Frankfurt, New York, Tokio, Zurich. Hij bouwt ze van hout in alle mogelijke combinaties van ruimtelijke grondvormen als de cilinder, kubus, kegel, bol. Binnenkant en buitenkant van het prototype zijn wit geverfd. Tussen inrichting en buitenkant is een sterke samenhang. Het leefoppervlak is verdeeld over een zo beperkt mogelijk aantal m2. Niet overal is het mogelijk om te staan. Bij elke cel wordt grootte en vorm afgestemd op de maat van zijn eigen lichaam. Alle dagelijkse handelingen moeten mogelijk zijn. Soms met de aanpassing, dat je telkens op een wat vervelende manier moet bukken om bij een bepaald kastje te komen of dat je moet leren om op in een kleine bedvorm te slapen. De stad waarvoor de cel gemaakt wordt, beïnvloedt de keuzes die hij maakt voor de vormgeving. De cel voor New York wordt als een machine vormgegeven. Bij Tel Aviv is het licht een belangrijke factor. Klassieke vormen spelen mee in de Cellule voor Parijs.
Zelf zegt hij over zijn Cellules:”ik zie de cel eerder als een virus in de stad omdat ze wit is, vanwege de afwijkende manier van bestaan en omdat ze een andere voorstelling geeft over wat comfortabel is of welke afmetingen dingen moeten hebben, dus ze is echt een antwoord op onze cultuur en de normen die wij hanteren. “
Er zijn meer situaties te bedenken waar mensen leven op een zo klein mogelijk en efficiënt ingericht oppervlak. De caravan of tent, een kajuit of een trailer. Het werk van Absalon onderscheidt zich door de consequente manier waarop hij principes van vormgeving toepast, zijn keuze voor simpele materialen en het streven naar een zo groot mogelijke efficiëntie in de indeling van ruimte en oppervlak. Hij onderzoekt variaties, combinaties en schikkingen van een beperkt aantal basisvormen om tot een leefbare omgeving te komen. De dagelijkse handelingen worden in een bepaald stramien gedwongen door in deze ruimtes te verblijven. Het lichaam buigt en strekt en beweegt. De bewegingen van de mens die met zijn dagelijkse dingen bezig is, worden in de interactie met de ruimte om hem heen een soort dans. Samenleven met anderen, een bepaald comfort en het hebben van bezittingen worden onmogelijk gemaakt door de kleine ruimte. Zijn intentie is niet om zo veel mogelijk te reizen en te zien van de wereld, maar om door een zelfgekozen beperking ervaringen, denken en handelen te versterken en intensiveren. Hij trekt zich terug in een geordende wereld en sluit de chaos van het leven buiten. Essentieel is voor hem de zeggenschap die hij heeft over zijn eigen keuzes en handelen. Hij verzet zich tegen een door de maatschappij opgedrongen culturele conditionering door een situatie te scheppen waarin hij zichzelf conditioneert.


Wie is deze kunstenaar, die zichzelf Absalon noemt?


Meir Eshel (1964))groeit op in Aschdod, Israel en gaat op 14 jarige leeftijd naar een militair internaat. Na zijn schooltijd gaat hij in dienst. Nadat hij vervroegd uit dienst vertrokken is, leeft hij een paar jaar in een door zichzelf gebouwde houten hut op een strand vlak bij Aschdod. Hij voorziet in zijn levensonderhoud met de verkoop van zelfgemaakte sieraden en spaart voor een reis naar Parijs. Een van zijn vroegste werken uit die tijd bestaat uit een kartonnen doosje waarin 2 lepels, een vork en een mes hangen als marionetten in een theater. Het heet Culture (1986). In 1987 vertrekt hij vanuit Israel naar zijn oom in Parijs om te studeren aan de Ecole Nationale superieure des Beaux Arts. Een van zijn leraren daar is Christian Boltanski. Hij neemt in deze tijd de naam Absalon aan naar de zoon van koning David, die in opstand komt tegen zijn vader. Zijn interesse gaat uit naar architecten en stijlen die uitgaan van geometrische vormen en rationele principes zoals le Corbusier, Bauhaus en het constructivisme. Vooral een aantal ideeën van le Corbusier, zoals het gebruik van een basismaat (Modulor) en de beïnvloeding van het denken door de werking van de architectonische omgeving op lichaam en zintuigen, zijn van betekenis. Zijn werk vertoont een sterke samenhang in zijn voortdurende zoeken naar ruimtelijke vormen en in het onderzoek van de relatie tussen (lichaams)vorm en ruimte. Zijn tekeningen, maquettes, objecten en testmodellen bereiken een hoogtepunt in de Cellulles. Om zijn Cellules te kunnen plaatsen op een door hem gekozen locatie is geld nodig en veel papieren regelwerk. Het plaatsen en bewonen van de Cellules wordt helaas geen werkelijkheid. Hij sterft in 1993.


Waaruit bestaat zijn werk op de expositie?


Op de expositie is een selectie te zien uit werk dat de kunstenaar in een periode van 6 jaar(1988-1993) maakte. Alle ruimtelijke werken worden met simpele materialen als hout en karton gemaakt. De objecten zijn wit geverfd. Het oppervlak is soms ruw en onafgewerkt. Werk ligt bij elkaar en als toeschouwer verbind je in gedachten vormen met elkaar door de gaten en de uitsteeksels. Je loopt er langs en omheen.
In een aantal tekeningen doet hij voorstellen voor verbeteringen in bestaande woonsituaties. Ook onderzoekt hij in kleine schetsen verhoudingen en vlakverdelingen binnen een bepaald stramien.
Kleine kartonnen dozen worden gebruikt te bekijken hoe een aantal vlakken op verschillende manieren ruimtelijk geordend kunnen worden. Deze onderzoeken zijn een onderdeel van de planmatige manier waarop zijn Cellules tot stand komen. Een aantal zeer verschillende zijn het belangrijkste element van de expositie. Als bezoeker kun je binnen in deze wooneenheden ervaren hoe de kunstenaar al zijn voorgaande ervaringen en ideeën in de vormgeving heeft gestoken heeft en even deel uit maken van de objecten.
Aan de stilte van de lege witte hulzen geven de video’s een soort leven Op Bruits, de video meteen bij binnenkomst op de expositie schreeuwt hij zo lang en hard mogelijk. Hij neemt volledig de geestelijke ruimte van de bezoeker in beslag. Zelf geeft hij aan hoe je na een emotionele schok of een ingrijpende gebeurtenis met een enorme energie begint aan iets. Na verloop van tijd wordt deze energie steeds minder, totdat hij verdwenen is. Herhaling is geen optie. In Bataille slaat hij wild om zich heen met armen en benen en put hij zichzelf uit in een gevecht met een onzichtbare vijand. Hij zegt dat hij zo hard wil vechten om te zorgen dat zijn Cellules geplaatst worden en dat zijn levensstijl maatschappelijk geaccepteerd wordt.
In de video Solutions wordt een man getoond die in een wit doosvormig decor een aantal dagelijkse handelingen uitvoert. Achter een tafel zittend drinkt, rookt, eet en denkt hij. Hij loopt rondjes rond de tafel en bonkt met zijn hoofd tegen de muur. Met grote ernst kleedt hij zich uit en stapt in bad of gaat naar bed. Men kan zich voorstellen hoe het leven in een Cellule eruit zou zien.
Absalon, Boijmans van Beuningen, 11 februari – 13 mei 2012
www.boijmans.nl

 

“Wie das the nothingness of Menschen so gewaltig sein kann”

Als schilder verzet hij zich tegen deze visie. De weergave van de mens in zijn eigen hem omringende ruimte is voor hem belangrijk. Ruimte ziet hij als een onmisbaar product van de menselijke verbeelding.
Lijnen
De werken op de expositie zijn in grote lijnen chronologisch geordend. Naast schilderijen zijn er tekeningen en grafisch werk te zien.
Zijn eerste modeltekeningen zijn gemaakt met een heldere strakke potlood lijn die de contour van het lichaam samenvat en met een zachte heel lichte aquareltoon gewassen. In houtsneden (1906) in het boek Die träumenden Knaben (uitgave 1917 )wordt een heldere expressieve zwarte lijn gecombineerd met strakke kleurvlakken in primaire kleuren. De houtsneden maakte hij terwijl hij nog studeerde aan de    Kunstgewerbeschule in Wenen  in opdracht van Fritz Waerndorfer . Deze bestelde een sprookjes boek voor zijn kinderen, maar het werd een verhaal over de ontluikende sexualiteit van adolescenten. Een beeld van Georg Minne uit de collectie van het Boijmans toont dezelfde puurheid en schoonheid in het lichaam van een jongen op het punt om volwassen te worden. In  de manier waarop de ruimte nog plat weergegeven wordt, de aandacht voor herhalende patronen en decoratieve vormgeving, zijn de invloeden van de Wiener Werkstatte en zijn leraar Gustav Klimt  zichtbaar.
Kleur en handschrift
De helderheid van lijn en vlak en de pure sterke kleuren van de houtsneden zijn verdwenen in de eerste portretten in olieverf. Vaag blijven nog restanten zichtbaar van een lijn. Meestal lost de lijn op in een ongedefinieerde achtergrond en een vlak dat vol kleuren en beweging is. Plooien en schaduwen worden expressieve vlekken en penseelstreken. Soms overheerst de lijn nog doordat hij dik en donker is of wordt de beweeglijkheid van de vlakken getemperd doordat er een kleur overheerst. De kleuren worden donkerder en zo gemengd dat er een bruinige grijzige sfeer ontstaat.
Telkens zoekt hij in zijn portretten naar een weergave van de persoonlijkheid en van de ruimte waarin de mens zich beweegt. Dat is voor hem niet alleen de fysieke ruimte, maar ook de geestelijke ruimte of het aura, de uitstraling van een persoonlijkheid. Terwijl houding en plaatsing van hoofd en romp in een aantal doeken uit de vroegere periode nog een zekere starheid over zich hebben en een conventionele plek in de compositie, zijn de handen van zijn modellen vol beweging. Vingers leiden een eigen nerveus en beweeglijk leven. Kleurige penseelstreken, dikke en dunne verf, schrale stukken doek staan naast de trefzekere suggestie van details als een scherpe vrouwennagel. Later worden de houdingen meer ongedwongen. Hij schildert en tekent zijn modellen bij voorkeur als ze met iets bezig zijn. In het portret van Karl Kraus hangt deze onderuitgezakt aan een tafel terwijl hij heftige gebaren maakt met zijn handen naar zijn gesprekspartner.
Flatterend zijn de portretten niet. De kleuren zijn grauw en donker, een gezicht wordt gelig of krijtachtig roze. Een opgetrokken lip toont tanden. Herkenbaar zijn ze wel. In het streven om iemand te schilderen in zijn eigen sfeer van kleur en materie gaat hij soms zover dat hij alle verf weer van het doek verwijdert. In  het portret van Auguste Forel  geven de droomachtige sfeer van vage kleurresten en de wittige weggekraste lijnen van de tekening  het eigenzinnige karakter  van de entomoloog en neuroloog  weer. Veel van de afgebeelde figuren zijn mensen met een sterke eigen sfeer. Zijn vriend Adolf Loos, architect van het modernisme brengt Kokoschka in contact met deze kunstenaars, musici en intellectuelen. Hij koopt veel portretten, wanneer die niet worden aangekocht door de geportretteerde en wordt op deze manier een belangrijke verzamelaar van zijn werk en een stimulerende figuur in het leven van Kokoschka.
In latere periodes wordt de kleur helderder en intenser. Zachte harmonische tinten overheersen in een dubbelportret dat hij schildert van zijn geliefde Alma Mahler en zichzelf. Briljante kleuren  en dikke lagen verf, die rustiger opgebracht lijken gebruikt hij vooral in het werk dat hij schilderde toen hij directeur was aan de kunstacademie van Dresden. Verf wordt dunner en kleuriger. 
In de manier van schilderen herken je zijn tekenstijl.  Uit een zich herhalende de vorm aftastende kluwen lijnen ontstaat de unieke uitdrukking van een gezicht. Nooit wordt geprobeerd naar een bepaald resultaat toe te werken. Graag maakt hij snel en direct hij schetsen en aquarellen naar bewegende modellen.  In 1953 sticht hij de Internationale Sommerakademie für Bildende Kunst. Hij noemt zijn instituut „Schule des Sehens“. Mensen hun eigen ogen leren gebruiken, leren zien, is zijn belangrijkste streven.


 

wat zien wij als we naar de werkelijkheid kijken?

Voor de fotograaf Man Ray is licht een onderdeel van het fotografische proces. Dat kan de belichting van het onderwerp zijn of het experiment in de donkere kamer.


Medardo Rosso (1858-1928)
 “Photography is a ground-breaking invention, but it is the most harmful thing for perception.” (Medardo Rosso)
De beelden van Medardo Rosso worden langzaam zichtbaar voor de rondlopende toeschouwer. Ze zijn verborgen in schijnbaar ongedefinieerde ruwe klompen klei. Zijn sculpturen houden het midden tussen een bewogen verfrommeld blad of een kluit aarde. De vorm lijkt soms op een reliëf, gemaakt met de 2 dimensionale blik van een schilder. Het half hoge portret van de verzamelaar Henri Rouart lijkt uit een schilderij gesneden. Aan de achterkant is de houten stellage nodig om de vorm overeind te laten staan duidelijk zichtbaar.
 In de 19e eeuw werden kunstenaars bewust gemaakt van de beperkingen van onze waarneming. We nemen enkel het beperkt gebied waarop we focussen, scherp waar. De omgeving buiten ons blikveld is vaag en onscherp. Rosso’s beelden neem je op dezelfde manier waar. Zijn werk is maar vanaf een punt optimaal te bekijken. Bij Femme à la voilette /Vrouw met voile kijk je van onder af in haar vage gezicht alsof je iemand vluchtig ontmoet die omlaag gaat. De ronding van een wang, het uitstekende van een neus, het gebogen vlak van voorhoofd, een vermoeden van een oogopslag worden gesuggereerd, terwijl wij er om heen een grove beweeglijke structuur zien. De lichtval is een van de belangrijkste middelen die hij gebruikt om de vormen van zijn beelden zichtbaar te maken. De voorstelling beweegt zich in het grensgebied tussen het vormeloze en het tot vaste vorm gestolde beeld. Veel van de afgebeelde figuren hebben iets anoniems. Een kind, een vrouw, mensen in een bus, een glimp tussen vele alledaagse indrukken, die onopgemerkt aan je voorbijgaan in het dagelijkse leven.
Er bestaan verschillende versies van zijn beelden uitgevoerd in diverse materialen. Hij experimenteert op verschillende manieren met materiaal en techniek. Over een gipsen ondergrond wordt een laag gele of donkere was aangebracht. Het oppervlak wordt verzacht, vager en halftransparant. Beelden worden niet alleen uit brons gegoten maar ook met was.
Zijn tentoongestelde foto’s zijn klein en onooglijk. Ze worden op allerlei manieren bewerkt in zijn zoektocht naar het ene moment. Hij beschildert ze, knipt overbodige delen weg en vergroot details uit. De foto van een foto van een beeld wordt nog vager dan het beeld zelf. Een eventuele scherpte haalt hij eruit door in te grijpen in het ontwikkelproces. Als een schilder benadrukt hij de relatie tussen het zachte overbelichte gemodelleerde deel en het ruwe ongevormde materiaal er om heen. Verder fotografeert hij collages, waarin hij zijn werk combineert met werken van collega’s als Rodin of verschillende gezichtspunten onderzoekt.


Brancusi ( 1876-1957)
“ Er zijn idioten die mijn werk abstract noemen. Dat wat zij abstract noemen is het meest realistische. Het echte is niet het zichtbare maar de idee, de essentie van dingen.”
In tegenstelling tot het enkele intieme moment waarin je een optimale indruk van Rosso’s beelden krijgt, laten de gladde hoogglanzend gepolijste beelden van Brancusi zich trots van alle kanten bekijken. Licht en spiegelingen verbreken de vastheid van de vorm. Soms versterken ze een gevoel van onstoffelijkheid en loskomen van het aardse materiële. Een overbekend voorbeeld daarvan is Vogel in vlucht.
De beelden staan op sokkels die samengesteld zijn uit stapelingen van ruimtelijke vormen uitgevoerd in verschillende materialen. Op een grof gehakte houten vorm die bestaat uit een herhaling van halve cilinders ligt een scherp omlijnde blok zandsteen. Daarop staat het beeld L’oiselet, vogeltje. Het brons is gepolijst en glanzend. Een bolle ruimtelijke vorm loopt spits uit. Een afgeplat vlakje suggereert het opengesperde bekje.
Brancusi is geboren en opgegroeid in Roemenie. Opgeleid als houtbewerker en in de klassieke academische traditie vertrekt hij op 28 jarige leeftijd naar Parijs. Motieven uit de Roemeense houtsnijkunst en volkskunst, verwerkt hij onder andere in de sokkels. Van een beperkt aantal thema’s waaronder vogels, vrouwenportretten, hoofden maakte hij in materialen als hout steen, brons, marmer meerdere versies. In plaats van boetseren en afgieten, hakt hij graag direct in steen, hout en marmer. Hij laat zich vooral leiden door een zoektocht naar de essentie van het dier of de persoon en door een streven naar een sublieme gespannen ruimtelijke vorm. Details worden weggelaten. Het oppervlak wordt glad. Leda (en) de zwaan, staat op een glanzende spiegelende cirkelvorm. De romp bestaat uit een asymmetrische eivorm waarop een naar boven breder uitlopende platte vorm hals, kop en snavel verbeelden. Man Ray leerde  Brancusi fotograferen en filmen. Een kleine video aan de muur, laat zien hoe het beeld langzaam ronddraait. Vanuit elk standpunt blijft de vorm spannend. Geleidelijk vloeien de verschillende aanzichten van de vorm in elkaar over. 
Alleen Brancusi mag foto’s van zijn werk maken en verspreiden. Hij is zich bewust hoe de blik van de kijker door een foto wordt beïnvloed. Het oorspronkelijk doel van de foto’s, namelijk een mogelijke koper een beeld te geven van het werk, verdwijnt naar de achtergrond. Hij gaat steeds meer de mogelijkheden ontdekken om door de plaatsing in de ruimte, door de lichteffecten en door de combinatie van beelden, zijn visie te benadrukken. Op een foto zweeft zijn bekende abstracte beeld “vogel in vlucht” boven de chaos van de blokken materiaal, hout en steen in de hoek van het atelier. Steeds meer gaat hij de ordening van beelden in zijn atelier regisseren tot een ritmische afwisseling van licht en donker en tot betekenisvolle combinaties van werken.


Man Ray (Emmanuel Radnitzky 1890-1976)
 "There is no progress in art, any more than there is progress in making love. There are simply different ways of doing it."
Black en White, de foto van Man Ray, waarop het model Kiki de Montparnasse is afgebeeld met een Afrikaans masker echoot het liggende eivormig beeld, La muse endormie van Brancusi. Afgezien van deze overeenkomst ademen zijn beelden en foto’s een totaal andere sfeer.
In tegenstelling tot het ambachtelijk werkproces en het zoeken van Brancusi en Rosso  benadrukt Man Ray het experiment en toevallige vondsten zoals een strijkijzer beplakt met een rijtje spijkers of een metronoom met een altijd toekijkend oog. De ingepakte voorwerpen van L’enigme de Isidore Ducasse. (Isidore Ducasse in de 'Chants de Maldoror': "Schoon als de toevallige ontmoeting op een snijtafel van een naaimachine en een paraplu”) krijgen pas betekenis wanneer je kennis hebt van de achtergronden en denkwereld van de kringen waarin Man Ray zich bewoog. Hij was actief als fotograaf, schilder, filmer en maker van assemblages en objets trouves en maakte deel uit van de surrealisten en dadaïsten.
De meeste bekendheid heeft hij gekregen als fotograaf. In zijn donkere kamer ontdekte hij de mogelijkheid om beelden te maken door fotopapier bedekt met objecten direct te belichten. Voor deze Rayographs gebruikte hij voor de hand liggende alledaagse spullen. Ook maakte hij veel gebruik van solarisatie, een overbelichting van de donkere delen van een foto.
Maar net als Brancusi en Rosso doet hij in zijn werken een voorstel om de werkelijkheid op een nog onbekende manier te beschouwen.